Tennis

Tennis is groot in Nederland. Meer dan één miljoen mensen staan regelmatig op de tennisbaan en bijna 600.000 daarvan zijn lid van een KNLTB-vereniging zoals L.T.C. de Zoom. Iedereen kan leren tennissen, tennis is gezellig, het biedt voldoende uitdaging, is goed voor je gezondheid en geschikt voor alle leeftijden. Of je nu een man of vrouw bent, jong of oud, fit of met een beperking, tennis is er voor iedereen. Ook als je geen toptalent bent, kun je veel plezier beleven op de tennisbaan. Bovenal is tennis een sport die je je hele leven lang kan doen en meestal wanneer jij dat wilt. Zeven dagen per week op de baan of één keer? Overdag of ’s avonds? Het kan bijna altijd.

Scoreverloop
Bij de puntentelling in tennis gaat het om game, set en match. Maar hoe werkt die eigenaardige puntentelling nou precies en wanneer heb je een wedstrijd gewonnen? Een tenniswedstrijd of match kent geen tijdslimiet en kan meerdere uren duren. Je speelt altijd minstens twee sets. Een set is op zijn beurt weer onderverdeeld in verschillende games.

  • Game
    Een speler heeft vier punten nodig om een game te winnen. Het eerste punt wordt geteld als 15:0, het tweede punt als 30:0, het derde als 40:0, bij het vierde punt win je de game. Een uitzondering is wanneer beide spelers 3 punten hebben, zodat de score 40:40 is oftewel ‘deuce’. In dit geval zijn twee punten op rij nodig voor een van de tegenstanders om de game te winnen. Zodra de speler in de deuce het eerste punt maakt wordt er gesproken van voordeel. Haalt de speler vervolgens nog een punt dan heeft die speler de game gewonnen. Wanneer echter de tegenstander een punt maakt dan is er weer sprake van deuce. Dit gaat net zo lang door tot er een speler is die het voordeel weet te verzilveren.
  • Set
    Je wint een set als je zes games hebt gewonnen en twee games meer dan je tegenstander op je naam hebt staan. Dus 6:4 wordt beschouwd als een overwinning, maar 6:5 niet. In dat geval gaat de set nog door. Bij een score van 6-6 wordt de tie-break regel toegepast.
  • Tie-break
    ‘Tie break’ betekent ‘gelijkspel verbreken’. De speler die vervolgens als eerste 7 punten behaalt en met een marge van twee punten leidt, wint de set. Dus als de score 6-6 is, wordt de wedstrijd gespeeld tot ten minste 8 punten.

Soms wordt bij een wedstrijd een Super Tie Break gespeeld. Dan moeten 10 punten worden behaald, ook met een marge van 2 punten. 

Spelverloop
Bij tennis staan twee of vier spelers tegenover elkaar op een tennisbaan. Het speelveld is rechthoekig en meet 23,77 bij 8,23 meter voor het enkelspel, of 23,77 bij 10,97 meter voor het dubbelspel. In het midden van de baan is een net met een hoogte van 0,914 meter gespannen.
De spelers slaan de tennisbal om de beurt over het net heen. Het doel is om de bal zo te spelen dat de tegenstander hem niet meer kan raken. Als een speler er niet in slaagt om de bal goed over het net terug te slaan, krijgt de tegenstander een punt.
Dit zijn de belangrijkste regels van tennis:

  • Je speelt de bal over het net of zijwaarts langs het net.
  • Je mag het net niet met je lichaam of je racket raken.
  • De bal mag de grond op jouw helft maximaal één keer raken voordat je hem terugspeelt.
  • Je mag de bal alleen met je racket aanraken, niet met je lichaam.
  • Je moet de bal in één keer retourneren, je mag de bal maar één keer per beurt raken.
  • De bal moet binnen de lijnen op de baan terechtkomen, anders is ‘ie uit en gaat het punt naar de tegenstander.
  • Opslag: Een tenniswedstrijd en elk nieuw te winnen punt begint met een service, oftewel een opslag. Hiervoor moet je de bal diagonaal vanaf een punt buiten de tennisbaan naar de tegenoverliggende helft van de baan spelen. Hierbij mag de bal het net niet raken. De serverende speler heeft twee pogingen om te serveren. Als de serve beide keren mislukt en je de bal bijvoorbeeld buiten de lijnen of in het net slaat, gaat het punt naar de tegenstander.